Oeverbescherming Legakkers Vinkeveense Plassen
De Vinkeveense Plassen zijn een belangrijk natuur en recreatiegebied. Hier liggen vele legakkers, restanten uit de tijd van de ontvening. Doordat het veen is afgegraven, zijn er langgerekte eilanden ontstaan (legakkers). De ontvening is machinaal gebeurd. Daardoor is de waterdiepte rond de eilanden wel 4 meter of dieper. Door golfslag slaan de oevers van de legakkers af en worden deze steeds kleiner of zijn zelfs geheel verdwenen. Stichting Ark wil bij enkele particuliere eilanden een piot toepassen. Bij wijze van proef wordt een oeverbescherming aangebracht die anders is dan de gangbare beschoeiingen. Bureau Schildwacht is door stichting Ark gevraagd het project te begeleiden.
Langs de legakkers zien we momenteel twee soorten beschoeiingen; de traditionele harde beschoeiing met een plank die 20-30 cm boven water uitsteekt en de zogenoemde takkenbossen beschoeiing. De traditionele beschoeiing met een plank is niet natuurvriendelijk. De overgang tussen land en water is voor diverse dieren een echte hindernis om het water uit te komen. De beschoeiingen met takkenbossen zijn wel beter voor plant en dier. De takkenbossen liggen in veel gevallen te dicht onder de oever waardoor er geen ruimte is voor oever- en waterplanten om zich er te vestigen en te ontwikkelen.
Met ons project willen we onderzoeken of het mogelijk is om verder van de oever een golfbrekende bescherming aan te leggen. Deze golbreker wordt gemaakt van natuurlijk materiaal zoals takken, boomstronken en boomkruinen. Tussen de golfbreker en de oever ontstaat daardoor voldoende luw water waar de oever- en waterplanten zich wel kunnen vestigen en ontwikkelen. Mogelijk moeten we de oever- en waterplanten even een handje helpen met de vestiging. In de omgeving zijn nu geen planten aanwezig zijn die zicht door middel van zaad of wortelstokken zich op een natuurlijke manier naar het plangebied kunnen verspreiden. Uiteindelijk moeten de oever- en waterplanten zich zodanig ontwikkelen dat verder ingrijpen door de mens niet meer noodzakelijk is.
De ontwikkeling van een natuurvriendelijke oever langs de legakkers heeft niet alleen vanuit landschappelijk en cultuurhistorisch oogpunt voordelen. Ook vanuit ecologisch oogpunt biedt de NVO allerlei voordelen. Zo kunnen de oevers bijdragen aan een groter ecologische eenheid met de naastgelegen natuurgebieden de Botshol en Mijndrecht. Ook op en rond de legakkers kan de natuur zich ontwikkelen. Zo biedt het kansen voor grote karekiet die in de oevers kan gaan broeden, de otter kan er zijn rustplaats vinden, we zien misschien weer het woudaapje verschijnen, diverse soorten vis zoals snoek en kwabaal zoeken er bescherming en kan de bever gaan meewerken aan de ontwikkeling van de natuurlijke oevers?